DEN HAAG – Een brief van premier Rutte aan zijn Duitse collega
Merkel. Die moet ertoe leiden dat oorlogsmisdadiger Faber
(89) eindelijk zijn straf uitzit. Als hij niet aan Nederland
kan worden uitgeleverd, dan maar in Duitsland zelf. „Het
is een schending van de rechtsstaat als een massamoordenaar
in Europa vrij rondloopt.”
Het bezoek dat directeur Efraim Zuroff van het Simon Wiesenthalcentrum in Jeruzalem
maandag aan de Tweede Kamer bracht, had een nogal bijzondere
aanleiding. Afgelopen zaterdag overleed Sándor Képiro (97),
woonachtig in Boedapest. Daardoor schoof de Nederlander Klaas-Carel
Faber door naar de eerste plaats op de lijst van meest gezochte
oorlogsmisdadigers die het Wiesenthalcentrum aanlegde.
Képiro, voormalig kapitein uit het
Hongaarse leger, werd eerder dit jaar wegens gebrek aan bewijs
vrijgesproken van de moord op Servische burgers bij het plaatsje
Novi Sad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij erkende deel
te hebben genomen aan de aanvallen in Servië, maar hield
vol dat het zijn taak was gedetineerden te identificeren.
Faber is niet vrijgesproken, maar
veroordeeld. De jonge SS’er werd samen met zijn broer Pieter
Johan berucht vanwege hun gewelddadige optreden tijdens activiteiten
voor de Sicherheitsdienst in Groningen. Klaas-Carel ontsnapte
uit de gevangenis in Breda en leeft al 59 jaar als vrij man
in Duitsland. Beschermd door een wet van Hitler.
Heeft het zin, iemand vervolgen die tegen de 90 loopt? „Het
is de vraag die sceptici ons stellen”, zegt Zuroff. John
Demjanjuk, die in mei in het Duitse München werd veroordeeld
omdat de rechtbank bewezen achtte dat hij bewaker in kamp
Sobibor was geweest –en daarmee medeplichtig aan de moord
op tienduizenden Joden–, „hield zich zo ziek en zo zwak
mogelijk, juist om tot zulke sceptische gevoelens aanleiding
te geven. Na afloop van het proces bleek hij helemaal niet
zwak te zijn.”
Heeft gerechtelijke vervolging zin? Ja, zegt Zuroff, en hij noemt er vier redenen
voor op. „Met het verstrijken van de tijd verdwijnt de schuld
niet. Hoge leeftijd mag volgens ons geen reden zijn om een
(massa)moordenaar te beschermen. Aan de slachtoffers en hun
nabestaanden zijn we verplicht de daders aansprakelijk te
stellen. En het is een belangrijke boodschap dat je met zulke
misdaden nooit vrijuit gaat; ik veronderstel dat als er meer
misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog berecht waren, er
in de rest van de twintigste eeuw minder genocides zouden
zijn geweest.”
Oorlogsmisdadigers verschuilen zich
niet alleen achter hun leeftijd en gezondheid, maar ook achter
het feit dat ze orders van anderen uitvoerden. „Maar dat
is geen wettig excuus.”
Al meer dan dertig jaar houdt de Jood
Zuroff zich bezig met het opsporen en laten berechten van
misdadigers uit de oorlog die zijn volk zo zwaar teisterde.
„Onder de vele tientallen nazi-oorlogsmisdadigers ben ik
er niet één tegengekomen die spijt had. Faber vormt daarop
geen uitzondering. Hij is arrogant en koestert geen sympathie
voor zijn slachtoffers. Iemand die geen mededogen toont,
verdient niet ons mededogen vanwege zijn leeftijd.”
Vorig jaar is een Europees arrestatiebevel
(EAB) tegen Faber uitgevaardigd. De gemeente Ingolstadt in
Beieren stelde echter definitief vast dat hij Duits staatsburger
is. En Duitsland levert geen staatsburgers uit.
In mei spoorden de fractieleiders
in de Tweede Kamer het kabinet ertoe aan actie te ondernemen,
zodat Faber alsnog zijn straf uitzit. Als het niet in Nederland
kan, dan maar in Duitsland.
In een brief aan zijn collega’s in
de Bondsrepubliek en de deelstaat Beieren drong minister
Opstelten van Veiligheid en Justitie in juni aan Faber op
te sluiten. Het leidde nog nergens toe. Daarom is nu minister-president
Rutte aan zet, vindt Zuroff. Een land dat een Europees aanhoudingsbevel
weigert omdat het een onderdaan betreft, is volgens Europese
regelgeving verplicht zich bereid te verklaren een straf
zelf ten uitvoer te leggen.
Het openbaar ministerie in München
liet weten dat Nederland een verzoek kan indienen dat Duitsland
de tenuitvoerlegging van de straf overneemt. Dat verzoek
is ingediend; deze week legt de officier van justitie het
aan de rechtbank voor, deelde A. Karskens, voorzitter van
de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden, maandagmiddag mee
tijdens een persconferentie in Den Haag.
Als lid van de Waffen-SS kreeg Faber
automatisch de Duitse nationaliteit. Dat was een gevolg van
een besluit van Hitler in 1943. Bij de aanvraag van het staatsburgerschap
loog Faber dat hij Duitse voorouders had, stelt Zuroff.
Maandagmorgen sprak de directeur van
het Wiesenthalcentrum met vier fractieleiders uit de Tweede
Kamer. „Die hebben onderstreept dat alle 150 Kamerleden willen
dat Faber zijn straf uitzit. Voor mij is dat een verfrissende
ervaring; meestal hebben politici allerlei bezwaren. Maar
dit is vast het enige onderwerp waarover alle Kamerleden
het eens zijn.”
Zuroff laakt het feit dat Duitsland
zijn archieven over de gebroeders Faber gesloten houdt uit
het oogpunt van privacy. „Is de privacy van misdadigers –van
wie de ene al meer dan 60 jaar dood is– belangrijker dan
het kunnen onderzoeken van de feiten?”
De feiten, die soms nog steeds versluierd
zijn. Zondag ontmoette Zuroff in het Herinneringscentrum
Kamp Westerbork nabestaanden van Fabers slachtoffers. Ze
kwamen bijeen na een oproep van een Israëlische filmploeg
en de Stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden. Die maken een
film waarmee ze Duitsland hopen te bewegen Faber alsnog uit
te leveren.
„Ze vertelden me hun pijn over het
feit dat deze man vrij rondloopt”, zegt Zuroff. „Mij trof
het verhaal over een moeder van een slachtoffer die na de
oorlog nog jarenlang haar deur niet op slot deed, in de hoop
dat haar zoon zou thuiskomen. Pas drie maanden geleden vond
Karskens bewijs dat haar zoon in oktober 1944 door Faber
is omgebracht. En nog onlangs is een nieuw slachtoffer van
hem ontdekt.”
Faber woont in een flat in Ingolstadt,
waar hij in de Audi-fabriek een kantoorbaan had. In de buurt
stond de man bekend als vriendelijk, maar afstandelijk, „een
keurige heer op wie niets, maar dan ook niets is aan te merken.”
Hij is de zoon van een Haarlemse banketbakker.
Thuis kreeg hij het fascisme met de paplepel ingegoten. Hij
behoorde tot de Nationale Jeugdstorm, folderde voor de NSB
en werd van school gestuurd omdat hij propaganda maakte voor
het nationaalsocialisme.
Klaas-Carel meldde zich als vrijwilliger
bij de Waffen-SS en was lijfwacht van NSB-leider Mussert.
Toen verzetsstrijdster Hannie Schaft in juli 1944 vader Faber
liquideerde, maakte dat bij zijn zoons „een laaiend wraakgevoel”
los. Ze gingen zich te buiten aan martelingen en moorden.
Toen tegen het einde de grond de broers van de oorlog te
heet onder de voeten werd, vluchtten ze naar Schiermonnikoog.
Pieter Jan werd op 10 juli 1948 geëxecuteerd.
Ook zijn broer Klaas-Carel was ter dood veroordeeld. Zijn
straf werd in januari 1948 echter omgezet in onherroepelijk
levenslang. Hij ontsnapte op tweede kerstdag 1952 met zes
andere veroordeelde oorlogsmisdadigers, onder wie Herbertus
Bikker (1915-2008), uit de Koepelgevangenis in Breda. Tijdens
het draaien van een film slopen ze naar het kolenhok, pakten
twee ladders en klommen over de muur. Handlangers die buiten
klaarstonden, vervoerden het zevental in auto’s naar de grens.
Bij Ubbergen kwamen ze Duitsland binnen, waar ze 10 mark
moesten betalen vanwege illegale grensoverschrijding.
Nabestaanden van slachtoffers richtten
in april 2008 een open brief aan de Tweede Kamer met het
verzoek Duitsland ertoe op te roepen Faber uit te leveren
en Hitlers besluit in te trekken.
In maart vorig jaar werd SS’er Heinrich
Boere in Aken tot levenslang veroordeeld. De nabestaanden
noemden het proces een bewijs dat er wel degelijk mogelijkheden
zijn om Faber alsnog bestraft te krijgen.
refdag.nl
|