16, 11, 2011
depers.nl
'Ik was zo kwaad dat ik zijn deur wilde intrappen'
Arnold Karskens

De zoon van oorlogsmisdadiger Klaas-Carel Faber wenst zijn vader achter de tralies. Dood is ook goed.

'De deur ging nooit op slot'

De oudste zoon van de voortvluchtige SS’er Klaas-Carel Faber vindt het ‘prima’ als zijn vader snel wordt gepakt.

‘Ik heb me verdiept in wat hij heeft gedaan. Ik ben er niet trots op.

Ze mogen hem opsluiten. Anders hoop ik dat hij gauw doodgaat’, zegt de 66-jarige Faber in zijn eerste gesprek met de media.

Op verzoek van het Nederlandse ministerie van Justitie oordeelt de rechtbank in het Beierse Ingolstadt binnenkort over het lot van zijn verwekker, de laatste voortvluchtige Nederlandse nazi.

De zoon stamt uit Klaas-Carel Fabers eerste huwelijk, met Alida Timmers uit Heemstede. Hij is in juni 1945 geboren en woont in Nederland.

‘Ik weet sinds een jaar of tien van zijn bestaan. Mijn moeder heeft het toen uit de doeken gedaan. Ze vertelde dat hij politieagent was en dat ze hem ontmoette in de trein, ergens in 1942-1943. Ze werden verliefd.

Verder wilde ze niks over hem zeggen. Achteraf denk ik dat ze zich er voor geschaamd heeft. Ze was jong en hij had een vlotte babbel.’

Faber juniors herinneringen aan zijn vader zijn vaag. ‘Ik weet alleen nog dat ik hem als kleuter bezocht in de gevangenis van Leeuwarden.’ Als medewerker van de staatsinlichtingen- en veiligheidsdienst van de SS, de Sicherheitsdienst, was Klaas-Carel wegens het medeplegen van 22 moorden veroordeeld tot de doodstraf.

Een jaar later werd dit omgezet tot levenslang. Van een gelijkenis tussen vader en zoon is weinig sprake. Ze hebben beiden donker haar, maar de zoon is kleiner dan de rijzige oud- Haarlemmer.

Trillend

Het echtpaar Faber scheidde op 8 maart 1951. Een jaar later, op tweede kerstdag 1952, ontsnapte Klaas-Carel samen met zes andere politieke delinquenten uit de Koepelgevangenis van Breda. Sindsdien woont hij in Duitsland. ‘Toen ik voor het eerst van zijn misdaden hoorde, was ik zo kwaad dat ik naar Ingolstadt wilde rijden om bij hem de deur in te trappen.

Puur uit woede. Maar ik heb het uiteindelijk niet gedaan. Waarom weet ik niet.’

De hernieuwde confrontatie met het verleden emotioneert hem. Trillend staat hij in de deuropening van zijn woning. ‘Soms kan ik het uit mijn hoofd zetten. Dan staat er weer een stuk in de krant en wordt alles opgerakeld en dan knijpt het mijn strot dicht.’

Hij is bang voor de reacties van buren en bekenden, al valt hem persoonlijks niks kwalijk te nemen. Vandaar het verzoek geen initialen of woonplaats te melden. Zijn vader is hertrouwd in Duitsland en zou met zijn tweede, ook Nederlandse vrouw drie kinderen hebben, maar die kent hij niet. ‘Ik heb er niets van gemerkt dat hij ooit belangstelling heeft gehad voor mij. Gelukkig niet. Ik voel geen enkele vader-zoon-binding.’

Joodse stiefvader

Opvallend feit is dat zijn moeder in 1956 hertrouwt met Philippus Knorringa, een twintig jaar oudere joodse koopman wiens 21-jarige dochter Helena Sylvia Knorringa op 19 november 1942 in Auschwitz is vermoord.

Het huwelijk betekent geen goedmaker voor haar eerdere verbintenis met een nazi, maar is volgens de zoon puur uit liefde ontstaan. ‘Zij zag er armetierig uit en had een kind.’

Zijn stiefvader, die hij als zijn opvoeder ziet en met wie hij een goede relatie had, stierf in 1973. Zijn moeder overleed vijf jaar geleden.

Inmiddels prijkt zijn biologische vader als nummer één op de lijst van meest gezochte oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog van het Simon Wiesenthal Centrum. Hoewel bijna 90 jaar heeft Klaas-Carel Faber nimmer spijt betuigd. De zoon benadrukt dat hij de politieke ideeën van zijn vader verafschuwt: ‘Je vraagt je af hoe die mensen zo oud kunnen worden.

Als ik dat op mijn geweten had, was ik al lang de pijp uit gegaan.’

depers.nl