De
Nederlandse oorlogsmisdadiger Klaas Carel Faber is afgelopen
donderdag op 90-jarige leeftijd overleden.
Volgens oorlogsverslaggever Arnold Karskens is Faber gestorven aan nierfalen.
Faber werd in de jaren vijftig op
verzoek van de Nederlandse regering al een keer eerder in
Düsseldorf berecht. Hij werd toen vrijgesproken. Sindsdien
leidde de Haarlemmer een onopvallend bestaan in Ingolstadt.
Klaas Carel Faber ontsnapte met zes
anderen in 1952 uit de Koepelgevangenis in Breda. Hij vluchtte
naar Duitsland en ging eerst in Essen en later in Ingolstadt
wonen. In 2003 werd hij door een journalist van het Haarlems
Dagblad gevonden. Hierop verzocht minister Donner van Justitie
de Duitse autoriteiten om zijn vervolging.
Klaas Faber en zijn broer Pieter Johan
waren berucht vanwege hun werkzaamheden voor de Duitse Sicherheitsdienst
en het Sonderkommando Feldmeijer dat verzetsmensen uit de
weg ruimde. Ook waren de Haarlemse broers betrokken bij de
executies van tientallen arrestanten in de bossen van Exloo,
Westerbork en Norg. Daarnaast waren de Fabers actief als
lijfwacht van NSB-leider Mussert. De vader van Klaas en Pieter,
een Haarlemse banketbakker en vooraanstaand NSB'er, zou in
1944 zijn geliquideerd door verzetsstrijdster Hannie Schaft.
Beide broers werden na de oorlog ter
dood veroordeeld, maar alleen Pieter werd gefusilleerd. Klaas'
straf werd omgezet in levenslang omdat niet kon worden bewezen
dat hij zelf arrestanten had gedood.
Onrechtvaardig
'Mensen bleven het onrechtvaardig vinden dat hij nog steeds
vrij rondliep', aldus een woordvoerder van het Nederlands
Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) tegen persbureau
ANP. 'Hij hoorde op een of andere manier zijn straf uit
te zitten.'
Nederland vroeg Duitsland, voor het
laatst begin dit jaar, om Faber de straf dan in Duitsland
uit te laten zitten. 'En daarna hoorde je er weer een tijdje
niets over', aldus de woordvoerder van het NIOD. 'En nu is
het klaar. Het blijft misschien een onrechtvaardige situatie,
maar het zou voor de nabestaanden veel vervelender zijn geweest
als hij door de rechter was vrijgesproken.'
Nederland valt ook wat te verwijten,
aldus de zegsman van het NIOD. 'Nederland heeft ook boter
op het hoofd gehad', zo legt hij uit. 'Toen Duitsland Faber
niet uitleverde, heeft Nederland tegen Duitsland gezegd:
het is een schande en we gaan helemaal niets meer met jullie
doen. Duitsland was juist in die periode, de jaren '60 en
'70, behoorlijk actief met onderzoek naar en het straffen
van oorlogsmisdadigers. Nederland toonde eind jaren '70,
begin jaren '80 pas weer interesse in Faber en anderen.'
volkskrant.nl
|