In Duitsland wordt een nieuw onderzoek gestart naar Siert Bruins, de man die de laatste in vrijheid levende Nederlandse nazi zou zijn. De 91-jarige man, die wel bekendstaat als 'het beest van Appingedam', kan mogelijk nog veroordeeld worden voor de moord op twee Nederlandse leden van het Groningse verzet.

In een Duitse rechtszaak in 1980 tegen Bruins voor de moord op twee joodse broers, worden de moorden op de twee verzetsleden in 1944 beschreven. Hij kreeg zeven jaar cel voor de moorden op de broers en kwam in 1985 vrij.

De zaak kwam weer aan het rollen nadat Duitse historici die op nazi’s ‘jagen’ AVRO-onderzoeksjournalist Gideon Levy over de zaak hadden geïnformeerd. Levy benaderde daarna het Duitse openbaar ministerie.

Het openbaar ministerie in Dortmund opent nu een onderzoek naar de twee verzetsmoorden. Of het daadwerkelijk tot een proces komt, ligt eraan of nog getuigen kunnen worden gevonden. Ook de Nederlandse politie wordt daarom bij het onderzoek betrokken. Vanwege de hoge leeftijd van Bruins is haast geboden.

Eerder leek het niet mogelijk om nazioorlogsmisdadigers te veroordelen voor moord op verzetsleden. Zij werden namelijk niet gezien als burgerslachtoffers, maar als vijanden in een oorlogssituatie. Mogelijk wordt daar nu anders tegenaan gekeken.

Bruins is in Nederland na de Tweede Wereldoorlog ter dood veroordeeld. Voordat het vonnis kon worden uitgevoerd, vluchtte hij naar Duitsland. Pogingen in 2003 van toenmalig minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA) om Bruins te laten uitleveren, hadden geen resultaat.

Na het overlijden van Klaas Carel Faber eerder dit jaar is Siert Bruins volgens Levy de laatste Nederlandse nazi die niet vastzit. Bruins kreeg zijn bijnaam omdat hij tijdens de oorlog terreur uitoefende in de omgeving van Delfzijl.

De hoogbejaarde man is op de hoogte gesteld van het hernieuwde onderzoek, maar weigert informatie te geven aan de Duitse justitie. Hij heeft een advocaat in de arm genomen.

nd.nl